
Onzichtbaarheid
De klassieke muziek heeft het zwaar. Dat hoor ik als trompettist van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Nederlands Blazers Ensemble om me heen, met name vanuit de managements. Wat bijzonder is dat er in dat kader alleen gesproken wordt over geld. Minder subsidies en minder publiek en dus minder geld.
Maar… ik zie juist ook supergave dingen gebeuren. Onze USA-tour met het Rotterdams Philharmonisch was een eclatant succes! Het NBE op het afscheid van Beatrix: 2,5 miljoen tv-kijkers! Allemaal succesvolle dingen. Artistiek aan de binnenkant zit het klaarblijkelijk niet echt slecht..
Raar eigenlijk. Of we zijn teveel met geld bezig of te weinig met het uitdragen van deze successen. Kijk naar het publiek, de politiek: ze willen beleving zien voor hun geld. En geld voor een klassieke muziekinstelling sorteert niet direct beleving.
We vinden ons product geen product dat hoeft te evolueren. Klassieke muziek is nu eenmaal klassieke muziek die al een aantal honderden jaren meegaat, dus blijf daarvan af. De vorm is ook duidelijk. Op conservatoria wordt vaak zo nog lesgegeven dat docenten zeggen: “zo hoor je dat te spelen”, omdat we dat al honderden jaren zo doen.
En dan concerten: voor de pauze een ouverture, dan een soloconcert, dan een pauze met een glaasje wijn of kopje thee en dan op naar de symfonie. Symfonie: letterlijk een samenspel. Ja, van een orkest met zijn duurbetaalde dirigent en in een concertgebouw dat ook qua huur duurbetaald moet worden. Maar waar is het samenspel met het publiek, de politiek? Het is er niet. Het is net als vroeger: eten wat de pot schaft. Bidden voor het eten, rechtzitten en je mond houden.
Kweenie hoor, maar vroeger waren we er toch ter lering ende vermaeck? Onzichtbaar zijn we met onze schoonheid, natuurlijke vibraties die volgens een recentelijk onderzoek cellen kunnen beïnvloeden. Energie, liefde, concentratie, samenspel en authenticiteit, die keer op keer verklankt wordt. Deze beleving moet het podium op, mits die het licht kan verdragen. Van harte, van mens tot mens, van ziel tot ziel, van cel tot cel waardoor we als klassieke muziek weer herkend worden supermenselijk te zijn.
En het geld? Mijn opa zaliger zei vroeger altijd: “Als je goed werk levert, volgt de beloning vanzelf”.
En zo is het André!
Hi André,
Helemaal mee eens!
Teveel wordt gesproken over teloorgang van wat is of wat we hebben. Terwijl kunst EN kunstenaars door de eeuwen heen bewezen hebben over veerkracht te beschikken door ook in moeilijke situaties te inspireren en zich te ontwikkelen.
Dat ontbreken van geld of ideale omstandigheden geen reden zijn niet aan kunst te doen, zowel voor actieve als passieve kunstliefhebbers is ook een feit.
Daarbij wil ik ook nog opmerken dat, op moment van schepping, kunst lang niet altijd herkend wordt als zodanig. Ook niet erg, de geschiedenis wijst uit dat kwaliteit wel boven komt.
Moeten we dan nu van de overheid verwachten alsmaar te investeren in bestaande “monumenten” puur vanuit traditie?
Nee, beleving, inspiratie en vernieuwing, ook al zijn die moeilijk meetbaar, zijn naar mijn mening minstens even belangrijke indicatoren als bezoekersaantallen en traditie.
Daarbij wel aangemerkt dat we verstandig moeten omgaan met ons cultureel erfgoed, dat heeft zich namelijk al bewezen. Het inpassen van cultureel erfgoed aan de huidige tijd om daarmee de beleving en toegankelijkheid te vergroten is ook een taak van kunstbeoefenaars: zij zijn toch de specialisten in beleving en inspiratie. Dit zou niet geleid moeten worden door een overheid.
Dag Andre.
Ik ben het niet met je eens. Wat in het Nederlandse concertbedrijf ontbreekt is vernieuwing met behoud van het traditionele, het vertrouwde. Blijkbaar wordt niet ingezien dat het mogelijk is om zowel de oude als de nieuwe muziek met elkaar te verenigen en daardoor (ook) jong en nieuw publiek te trekken. Ik zie in de abonnementsconcerten eigenlijk te veel ouderen en te weinig jongeren. zowel op onze site als op Facebook hebben ik en anderen daarover al veel gezegd. We zitten eigenlijk in de verkeerde cultuur. Lees het vraaggesprek er eens op na dat ik met de dirigent Jac van Steen had. Ik vond het een eye-opener, anderen ook. Hij legde de vinger op veel zwakke plekken in het concertbedrijf. Hij is overigens een dirigent die nu juist wel eigentijdse programma’s samenstelt en dirigeert. Zoals ook Ed Spanjaard en Reinbert de Leeuw dit doen. In Rotterdam blijft vernieuwing uit, er wordt niet verder gekeken dan vandaag, met een conventioneel beleid dat volgens mij geen echte toekomst heeft. Ik beweer niet dat Rotterdam een soort Donaueschingen zou moeten worden, maar ik vind het ronduit schandalig dat zelfs de Nederlandse muziek rond Matthijs Vermeulen en Willem Pijper (hij is nota bene een stadgenoot) wordt gemeden als de pest. Incidenteel komt er weleens een stuk(je) op de lessenaars, maar één zwaluw maakt nog geen zomer. Niemand die er serieus over nadenkt om een echte programmeur (jawel, die kost geld…) in dienst te nemen die schitterende programma’s kan samenstellen. Programma’s met het oog op de toekomst, waarin moderne en eigentijdse muziek evengoed een plaats krijgen als de grote klassieken en romantici, in een goed afgewogen, zinvolle combinatie. Dus niet – hoe succesvol ook bij het publiek – Beethovens Pastorale en Mahlers Das Lied von der Erde in één programma (hoe verzin je het). Je vertrekt nu uitgerekend bij een ensemble dat vernieuwing wel in het vaandel draagt, met echt originele programma’s de zalen plat speelt. Die keus zul je weloverwogen hebben gemaakt, ik heb er zeker respect voor, maar je afscheid van een nogal fossiel instituut had ik eerlijk gezegd logischer gevonden. Als een orkest van mening is dat de museale functie een ware publiekstrekker is, zal de wal eens het schip doen keren. Dan las ik je terechte opmerking over de duurbetaalde dirigent, maar let wel, zonder hem zou de zaal voor nog geen kwart gevuld zijn. Yannick gaat vernieuwing uit de weg, hij is nog lang niet uitgekeken op het klassieke en vooral romantische repertoire, maar daardoor is hij zeker niet de man om echte vernieuwing te brengen. Over een poosje is hij weg en dan blijft alleen een orkest met een museale functie achter. Dan blijkt het waar te zijn dat Tradition inderdaad Schlamperei is. – Hartelijke groet, Aart van der Wal –